Wil jij binnen 24 uur gratis jouw persoonlijke reisplan voor Australië?
“Niet naar beneden kijken en gewoon doorklimmen” zeg ik tegen mezelf terwijl ik de 57 meter hoge Gloucester tree beklim. Het is een boom die vroeger als uitkijktoren werd gebruikt om bosbranden te spotten, maar tegenwoordig kun je deze boom op eigen risico beklimmen.
Nerveus maar geconcentreerd verplaats ik mezelf dus steeds verder omhoog over de smalle spijltjes die in de zijkant van de boom zijn geramd. Het vangnet is er wel, maar heeft zulke grote gaten dat zelfs een zebra er doorheen zou vallen. Good fun dus.
Het is dag 10 van het avontuur en nadat ik weer veilig op de grond sta is het tijd om door te rijden naar Windy Harbour. Een spontane change of plans nadat ik toevallig een foldertje over deze plek had opgeraapt.
Met de wind in m’n rug bereik ik op de vlakke wegen een gemiddelde snelheid van zo’n 24 kilometer per uur en het duurt dan ook niet lang voordat ik aankom in Windy Harbour, een plek met prachtige kustlijnen en kliffen.
Ik zet snel m’n tent op, vermoord vakkundig alle muggen die in m’n tent zijn gekropen met m’n gasbrander (aanradertje) en vertrek op de verkenningstocht langs de kust. Daar ben ik als een kind zo blij, als even later de zon doorbreek en de kliffen omtovert tot een majestueuze roodgele muur waar de zee op inbeukt.
Aangezien er geen andere mensen zijn, is dit plekje nu even van mij. Ik ga zitten, blijf zitten en kan niets anders doen dan glimlachen. Wat is dit fantastisch.
De euforie neemt later zelfs zorgwekkende vormen aan als ik alleen lopend over het strand, m’n vuist bal alsof ik de winnende treffer heb gemaakt in een voetbalwedstrijd en tegen mezelf zegt: “Commonnnn! Dit is zo awesome!” Gut-oh-Gut, wat is dit ventje blij.
Uitgestrekte niksheid
De volgende dag pak ik sneller dan normaal m’n spullen maar ik doe er nog steeds twee uur over om wakker te worden en op de fiets te stappen. Op het programma staat vandaag een rit van 130 kilometer of – als ik dat niet red – een nachtje in het bos.
Voor het eerst tijdens dit hele avontuur, wordt mij duidelijk hoe uitgestrekt dit land is. Ik heb al twee dagen geen bereik op m’n telefoon en vind op de 100 kilometer lange weg tussen Northcliffe en Walpole geen enkel teken van mensenlijke beschaving. Geen winkels, geen huizen, geen tankstations, niks. Ja de passerende auto’s en koeien misschien.
Het is geeft een bizarre soort rust, dit fietsen. Je dwaalt soms wat af in gedachten, kijkt soms een beetje om je heen, scheldt wat dichtbij passerende auto’s uit en soms denk je helemaal niks. Er is op die momenten niets anders dan het fietsen. Het is heerlijk en maakt de 130 kilometer tot bijzaak.
Ik wil hier wonen
Na een welverdiende rustdag in Walpole waar ik precies niks doe, is het tijd om door te fietsen naar Denmark. Het is een plekje aan de zuidkust van Australië en heeft een paar bijzondere baaien en een laidback sfeer.
Voordat ik daar ben moet ik natuurlijker nog wel even 75 kilometer afleggen. Een stuk minder dan de 130 kilometer die ik twee dagen eerder heb gereden, maar door de flinke tegenwind zie ik elk roadhouse of café als een reden om te stoppen en koffie te drinken. Vijf uur, vier koffies, een chocobrownie, een carrot cake, een zakje chips en een chicken roll later kom ik dan eindelijk aan in Denmark.
Het is een chill plekje waar je ‘s ochtends op je blote voeten naar de supermarkt gaat om je ontbijtje te halen. Vervolgens wat koffie drinkt in het zonnetje en bijna nooit gestoord wordt door het geluid van auto’s. Toch is het wel handig dat één van de mensen in het hostel een auto heeft en een uitstapje wil maken naar Greens pool en Elephant rocks, twee highlights die ik de voorgaande dag heb overgeslagen omdat het wat aan de late kant werd.
Hij biedt me aan om de fiets achter in de auto te gooien en samen door te rijden naar Albany, een oud walvisjagers dorp en één van de eerste Europese vestigingen in West Australië, 55 kilometer verderop. Verlijdelijk als het klinkt, voelt het ook een beetje als vals spelen. Alsof dan gelijk het hele plan mislukt is, dus ik wijs het aanbod vriendelijk af en vertel hem dat ik ‘m wel zie in Albany.
Gekweld door dezelfde koffieverslaving als de dag ervoor, rij ik uiteindelijk in vier uur naar Albany. Het is net als Denmark een heel chill plekje, maar dan net wat groter. Het hostel waarin ik verblijf is precies zoals ik een goed hostel voor me zie. Het is een oud gebouw met meerdere verdiepingen en tussenverdiepingen, je kunt er makkelijk verdwalen. De vloeren kraken een beetje en het zit vol met backpackers die hier al een tijdje zitten. Een lekkere ons kent ons sfeer, iedereen is vrienden, iedereen verwelkomt elkaar en in ieder gesprek dat ik met mensen voer komt wel de vraag naar voren: “Oh you’re the guy that’s cycling to Melbourne?”
Het is hier zo relaxed dat het fietsen mij wel even gestolen kan worden. Niet voor lang natuurlijk, maar als je leuke plekjes ziet moet je lekker blijven hangen. Beetje wandelen langs de kust, biertje drinken, beetje sleutelen aan m’n fiets. Goed leven.
Uiteraard zal de rust niet eeuwig duren en na twee rustdagen stap ik weer op de fiets richting Stirling Ranges, waar ik hopelijk een mooie sterrenhemel te zien krijg, tussendoor even de hoogste berg van zuid-west Australië beklim en daarna 400 kilometer door rijd naar Esperance. Ja, het gaat allemaal wat langzamer dan gedacht, but i’m enjoying every bit of it.
Gratis voor jou: De ultieme reisgids voor backpacken in Australië
Op Backpackcentrale.nl vind je al een hoop informatie, maar omdat we zo van backpacken in Australië houden hebben we ook een Ultieme Gids voor Backpacken in Australië geschreven. Het is een document van meer dan 282 pagina’s die je gratis kunt downloaden. Gewoon, because we love you. Ofzo.
Meer lezen over dit avontuur? Check hier de andere delen van ‘Fietsen door Australië’!
- Deel 1: Highlights en lessen in Onderschatting
- Deel 2: Margaret River – Pemberton
- Deel 3: Pemberton – Albany
- Deel 4: Albany – Esperance
- Deel 5: Fietsen over de Nullarbor